Medische Encyclopedie
Inhoud
- Wat is vitamine- en mineralengebrek?
- Kan ik er zelf iets tegen doen?
- Wat kan de apotheker voor mij doen?
- In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?
- Welke medicijnen worden gebruikt bij
Vitamine- en mineralengebrek
Wat is vitamine- en mineralengebrek?
Bij oudere mensen die veel binnen zitten, bij mensen met een donkere huid hebben of mensen die volledig afdekkende kleding dragen komt de huid te weinig in contact met zonlicht. Daardoor kunnen die mensen een gebrek aan vitamine D hebben.
Verder komt vitaminegebrek in Nederland zelden voor.
Bij ernstige ziekte of bij alcoholisme, als iemand bijna niets meer eet of heel ongezond eet, kan vitaminegebrek voorkomen. Maar als u gevarieerd eet in de juiste hoeveelheden, krijgt u vanzelf voldoende voedingsstoffen binnen. Extra vitaminepillen zijn dan niet nodig.
Hoe eet u gezond?
- Eet gevarieerd en niet te veel.
- Eet ruimschoots brood en aardappelen, rijst of andere graanproducten.
- Eet volop groenten en fruit, een richtlijn is 200 gram groente en twee stuks fruit per dag.
- Het is niet nodig om elke dag vlees, ei of vis te eten om voldoende eiwit binnen te krijgen. Wie helemaal geen vlees of andere dierlijke producten wil eten, moet regelmatig graanproducten en peulvruchten eten.
- Vet is belangrijk om bepaalde vitamines op te nemen, maar te veel vet is ongezond. Veel snacks bevatten veel vet zonder dat u het weet. Plantaardig vet (in bijv. noten, dieetmargarine) is gezonder dan dierlijk vet (in bijv. kaas, roomboter en vet vlees). Visolie bevat goede voedingsstoffen: neem eens per week vette vis als zalm, haring, makreel of sardines.
- Wees zuinig met zout.
- Drink minimaal twee liter water.
- Drink liever geen alcohol of hooguit 1 glas per dag.
- Eet niet de hele dag door: drie maaltijden en twee keer een tussendoortje is voldoende.
Kijk voor meer informatie naar Gezonde voeding voor volwassenen.
Kan ik er zelf iets tegen doen?
Wat kan de apotheker voor mij doen?
Uw apotheker zorgt ervoor dat u uw medicijnen goed en veilig kunt gebruiken. Het maakt niet uit of u een medicijn korte tijd of langdurig nodig heeft.
- Receptcontrole
De apotheker controleert elk recept. Bijvoorbeeld: is het juiste medicijn voorgeschreven en meegegeven, is de dosering goed, kan het medicijn samen met andere medicijnen die u gebruikt. Als het nodig is, overlegt uw apotheker met uw huisarts of specialist.
- Overzicht van uw medicijnen
Uw apotheker houdt bij welke medicijnen u gebruikt. U kunt in de apotheek altijd om een overzicht van uw medicijnen vragen. Dit kunt u bijvoorbeeld meenemen als u uw specialist bezoekt, in het ziekenhuis wordt opgenomen of naar het buitenland gaat.
- Delen van informatie over uw medicijnen met andere zorgverleners
Uw apotheker, huisarts en het ziekenhuis kunnen informatie over uw medicijnen met elkaar delen als dat nodig is voor uw behandeling. Dit mag alleen als U daar toestemming voor geeft.
- Begeleiding bij nieuwe geneesmiddelen
Krijgt u een medicijn dat u in de afgelopen 12 maanden niet hebt gebruikt? Dan krijgt u extra uitleg over deze medicijnen.
- Ondersteuning als u uw medicijnen weleens vergeet in te nemen
De apotheker heeft daar hulpmiddelen voor. Als uw zorgverzekeraar toestemming geeft, kan uw apotheker uw medicijnen per dag en per tijdstip van inname in aparte zakjes voor u laten verpakken.
- Persoonlijk gesprek over uw medicijnen
Heeft u vragen over uw medicijnen, of problemen met het gebruik? Bijvoorbeeld moeite met slikken van medicijnen, openmaken van de verpakking, of last van een vervelende bijwerking? Vraag uw apotheker om een persoonlijk gesprek. Hij kijkt dan samen met u welke mogelijkheden er zijn om uw probleem te verhelpen.
- Medicatiebeoordeling
Uw apotheker en huisarts kunnen u uitnodigen voor een gesprek over uw medicijnen. Dit is mogelijk bij patiënten ouder dan 65 jaar die langdurig meer dan 5 medicijnen gebruiken. Samen met u bespreken ze of er verbetering mogelijk is. Als u bijvoorbeeld last hebt van bijwerkingen van een medicijn kan het soms vervangen worden door een ander medicijn.
- Zelfzorg
Bij de apotheek kunt u terecht voor advies over medicijnen die u zonder recept (= zelfzorgmedicijnen) kunt kopen, voor verbandmiddelen en cosmetica. De apotheek kan zelfzorgmedicijnen voor u opnemen in uw medicatiedossier. Dan kan de apotheker controleren of u ze veilig samen met uw receptmedicijnen kunt gebruiken.
- Bezorgservice
Bent u moeilijk ter been? Informeer bij uw apotheek of zij uw medicijnen bij u thuis kunnen bezorgen.
In welke gevallen kan ik beter naar de huisarts gaan?
Welke medicijnen worden gebruikt bij
Welke geneesmiddelen, of vitamines, worden gebruikt bij een vitaminegebrek hangt van aan welk vitamine een tekort is.
Vitamine A
Vitamine A is nodig voor verschillende processen in het lichaam. Ons lichaam kan vitamine A niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Een tekort aan vitamine A kan ontstaan door een verkeerde voeding, bepaalde darmziektes en bij een stoornis in de opslag van vitamine A.
Vitamine B1
Een gebrek aan vitamine B1 (thiamine) heeft vooral gevolgen voor het zenuwstelsel, het hartvaatstelsel en het maagdarmstelsel. Een ernstig gebrek aan vitamine B1 wordt beri-beri genoemd. Een tekort aan vitamine B1 komt voor bij zware drinkers, chronische darmziekten, zwangere vrouwen die veel last hebben van misselijkheid en overgeven en bij mensen die onvoldoende evenwichtige voeding eten.
Vitamine B6
Een gebrek aan vitamine B6 heeft vooral gevolgen voor het zenuwstelsel en de huid. Een tekort aan vitamine B6 komt voor bij zware drinkers, chronische darmziekten, gebruik van sommige medicijnen, zwangere vrouwen onder invloed van hormonen en bij mensen die onvoldoende evenwichtige voeding eten.
Foliumzuur (vitamine B11)
Een tekort aan foliumzuur (of de actieve vorm: folinezuur) kan ontstaan bij gebruik van het medicijn methotrexaat of bepaalde medicijnen tegen epilepsie. Ook komt het voor bij bepaalde darmziektes, bij zware drinkers en bij eenzijdige voeding.
Vitamine B12
Hydroxocobalamine is een vorm van vitamine B12. Vitamine B12 is nodig voor de aanmaak van DNA. Sommige mensen blijken niet voldoende vitamine B12 in het lichaam te kunnen opnemen. Dit komt bijvoorbeeld voor bij mensen bij wie de maag is verwijderd, bij wie de maag onvoldoende maagzuur aanmaakt of die last hebben van darmziekten, zoals coeliakie. Ook mensen die vele jaren een veganistisch diëet volgen, komt een gebrek aan vitamine B12 soms voor. Dit geldt ook voor mensen met de Ziekte van Parkinson die levodopa gebruiken.
Verder kunnen maagzuurremmers als omeprazol en pantoprazol en de bloedsuikerverlager metformine leiden tot een tekort aan vitamine B12.
Een tekort aan vitamine B12 kan gevolgen hebben voor het zenuwstelsel en het bloed, bijvoorbeeld bloedarmoede.
Vitamine C
Ascorbinezuur, vitamine C, is nodig voor veel belangrijke chemische processen in het lichaam. Ons lichaam kan vitamine C niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel, via aardappelen, groente en fruit, binnenkrijgen.
Vitamine D
Colecalciferol, vitamine D, zorgt voor de opname van kalk en fosfaat uit het voedsel. Kalk en fosfaat zijn nodig voor een goede opbouw van botten en gebit. Vitamine D wordt meestal gebruikt bij een verhoogde behoefte aan vitamine D of om een tekort aan vitamine D te voorkomen. Hierdoor worden bij kinderen afwijkingen in de botgroei en tanden en bij volwassenen spierzwakte, botpijn en verzwakte botten voorkomen.
Alfacalidol is een vorm van vitamine D. Het wordt gebruikt bij mensen bij wie de nieren niet goed werken of bij mensen die nierdialyse ondergaan. Nierdialyse is een behandeling om uw bloed schoon te maken. Dit is nodig als uw nieren niet goed werken.
Calcifediol is een vorm van vitamine D. Artsen schrijven het voor bij vitaminegebrek, botontkalking en bij bijschildklieren die te snel werken (hyperparathyreoïdie).
Vitamine E
Tocoferol, vitamine E, beschermt cellen tegen schadelijke stoffen. Ons lichaam kan vitamine E niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Extra vitamine E is te gebruiken bij een gebrek aan vitamine E.
Vitamine K
Vitamine K (fytomenadion) is nodig voor de bloedstolling. Vitamine K komt voor in de voeding maar het wordt ook geproduceerd door bacteriën die in de darm leven. Een tekort kan voorkomen bij zeer jonge baby`s, bij enkele ziektes en door gebruik van bepaalde medicijnen, omdat de productie door bacteriën in de darm dan is verlaagd.
Calcium
Calcium (kalk) is nodig voor de opbouw en stevigheid van botten en gebit, de bloedstolling, het samentrekken van de spieren, een goede werking van het zenuwstelsel. Als u hier te weinig van binnenkrijgt of als u een nierziekte heeft, kan de arts calciumcarbonaat of calciumlactogluconaat voorschrijven.
Kalium
Kalium is onder andere nodig voor een goede werking van de spieren, van het zenuwstelsel en van het hart. Als u hier te weinig van binnenkrijgt of als uw nieren teveel kalium uitscheiden (bijvoorbeeld als u plastabletten gebruikt), kan de arts Kaliumchloride of Kaliumwaterstoftartraat voorschrijven.
Magnesium
Magnesium is onder andere nodig voor een goede werking van de spieren, van het zenuwstelsel en van het hart. Als u hier te weinig van binnenkrijgt of als uw nieren teveel magnesium uitscheiden, kan de arts magnesiumgluconaat voorschrijven.
Zinksulfaat om in te nemen
Zink is belangrijk voor de werking van enzymen en voor de celgroei (onder andere de wondgenezing). Als u te weinig zink binnenkrijgt, kan de arts zinksulfaat om in te nemen voorschrijven.
Multivitamines en mineralen
Ons lichaam kan vitamines en mineralen niet zelf maken of kan er zelf niet voldoende van aanmaken, daarom moeten we ze via ons voedsel binnenkrijgen.
Als u niet of slecht in staat bent zelf deze vitamines en mineralen via het voedsel binnen te krijgen, worden vitaminepreparaten voorgeschreven waarin verschillende vitamines en mineralen zitten.